woensdag 16 mei 2012

Japanalicious: There was a ryokan in Takayama, the land of the rising sun...

Takayama

Het is stralend weer als we aankomen in Takayama. En daar zijn we blij mee, het weer wisselt hier van Engels druilerig naar Spaans terrasjesweer overnacht. Van wat hier te zien is, heb ik absoluut geen idee ons Fanny ongetwijfeld wel. De hoofdattractie is immers de overnachting niet de bestemming, een klassieke Japanse herberg of Ryokan. Als dat niet boedhistisch klinkt.

Het gaat stillaan beter om de weg te vinden, we leren eerder focussen op herkenningspunten dan op geschreven aanwijzingen. Je weet niet hoe afhankelijk je daar van bent tot ze je plots analfabeet maken.

Bij het aankomen in de Ryokan worden we uitvoerig begroet door een allerschattigst oud dametje. Ze dankt en buigt meermaals diep. We haasten onze schoenen uit om hetzelfde te kunnen doen. Zulk een begroetingsceremonie zou een paar dagen geleden nog zeer onwennig zijn geweest. Hoe goed de oudere generatie hier vaak ook te been is, je laat iemand zoveel ouder toch nooit voor je buigen en al zeker niet meermaals en/of zo diep. De afgelopen dagen leerden ons echter dat het een teken is van respect en vewelkoming, geen onderdanigheid. Subtiel, enigsinds geruststellend idee dat je dus maar beter beantwoord op dezelfde integere manier.

We worden naar onze kamer geleid. De dame vraagt of het onze eerste keer is, instemmend knikken we. “Ryo-chan, no hotel”, stelt ze plots indringend geaccentueerd met haar wijsvinger, “is experience”. Zoveel was ons in de lobby al duidelijk, onze verwachtingen groeien alsnog.

De kamer lijkt weggeplukt uit “The last samourai” of “memoires of a geisha”. Shuifdeuren, met tatami (Japanse traditionele mat) bekleede houten vloeren en de typische wanden van boter papier. De enige dingen in de kamer zijn 2 stoeltjes zonder poten, een laag tafeltje en ook een blijkbaar obligatoir, uit de jaren 60 ontsnapte, spuuglelijke westerse salon. Gelukkig kon je die makkelijk verstoppen, vermoedelijk ook niet toevallig.

Het hart van Takayama is een uit het Edo tijperk bewaarde buurt. Veel fantasie heb je hier niet nodig om vissers, smeden en samourai in en uit de kleine houten huisjes te zien wandelen. Jammer genoeg zijn deze heden ten dagen vervangen door toeristen op zoek naar souveniers. De mannen voelen het al komen; deze buurt is een Wijnegem winkel hel in een authentiek bewaarde kimono. Mezelf gelukkig prijzend dat ik hier normaal van gespaard blijf, gun ik Fanny haar shoppings spree.

Op zoek naar soepkommmen, takayama stof, inspiratie voor een rollenspel of een pitoreske foto schuimen we het zonovergoten stenen straatje af en vinden bonzai. Tot onze verbazing, en misschien ook wel een beetje teleurstelling, is dit het eerste dat we zien van deze anders toch wel typische Japanse kunst. De interesse moet overduidelijk zijn geweest, want de uitbaatster van de winkel, en vermoedelijke eigenares, komt ons lachend tegemoed en geeft aan haar te volgen. Op een met golfplaten afgezette binnenplaats staat haar trots. Zelfs met onze geringe kennis is het duidelijk, een van het 6tal is een ongelofelijk exemplaar. Evenwichtig, prachtig afgewerkt en volgens haar zo’n vlotte 700 jaar oud. Toen die nog een scheutje was, leefde deze buurt nog echt, het “pre Wijnegem era” zeg maar.

Zoals vastgelegd in de rechten van de man heeft ook dit vrouwelijk walhalla een drankvoorziening. We vinden een terrasje in de zon en besluiten een setje lokale sake te proberen. Dat is wel buiten de Amerikaanse dikke moef gerekend die zowaar al het personeel in beslag neemt en mij zo mijn welverdiend alcoholisch streekgerecht ontneemt, omdat ze hier wil reserveren om hida beef te komen eten. “I need to hear her say it’s fileeej monjo’n. Otherwise I’m going somewhere else”. Een heel schare meisjes schiet rond om mevrouw van de nodige antwoorden te kunnen voorzien. Eens een volk in mijn hart gesloten, word ik wat beschermend. Ik heb dan ook de grootste moeite haar niet op haar plaats te zetten: “Ten eerste is het “Filet Mignon”, ten tweede is hida beef waarschijnlijk het beste vlees dat gij ooit hebt gegeten, gij hamburger zwelgende cultuur barbaar. Ga naar de Mac Donalds, aan uw figuur te zien zijt ge daar wel tevreden over.” Jammer genoeg zijn Vlamingen zo niet en misschien had ik het wel moeten doen.

We gaan naar de ryokan voor het avondmaal dat wordt geserveerd op de kamer. Tientalle kleine potjes, schaaltjes en een fondue stelletje worden de kamer ingebracht. Gelukkig legt de in kimono gekleden vrouw geduldig, maar evenwel in het japans, uit hoe het allemaal moet worden gegeten. Waarschijnlijk is het het grootste culinaire avontuur uit ons leven. De meetste dingen zijn lekker, maar vrijwel allemaal onbekend. Het veiligste zijn de miso soep en de sashimi, de fluo groene glimwormen en mega escargot vragen iets meer durf, de ervaring is wel des te rijker.


Ryokans hebben gezamelijke badplaatsen soms, zoals hier, gebouwd op natuurlijke warm waterbronnen. Het is iets waar ik bij ons van gruwel, maar besluit de zogenaamde “onzen” een faire kans te geven. Enkel gehuld in een Yutaka trippelen we naar beneden. De hele procedure wordt ons stap voor stap uit de doeken gedaan. De wasbeurt bestaat uit 2 verschillende dampend hete baden. Voor, na en tussen hoor je te douchen. Badkledij en handdoeken zijn om hygiĆ«nische redenen niet toegelaten. De Japanse netheid maakt deze plaats aangenaam en compleet gerelaxt laten we ons weer wegdromen naar hoe het hier vroeger moet zijn geweest. Ik kan me het best inbeelden als surrogaat toog op het einde van de werkdag, alleen zou ik wel Asahi (lokale Ambev versie) toelaten, voor relaxerende redenen.

We worden gewekt door een stortbui zoals die alleen bestaan in Aziƫ. In Japan duren die dan ook nog een hele dag. Vrolijk worden we daar niet van en bovendien ruilen we vandaag onze ryokan voor een iets economischer onderkomen. Of het zijn geld waard was, zeker! Of we het onmiddelijk terug zouden doen? Wel, is er volgende week plaats? Check out gebeurd bij de kleine oudere dame. Ze maakt het ons zeer duidelijk dat er ook vandaag nog (veel) plaats is als we zouden willen. Wij op onze beurt zijn niet minder duidelijk over ons budget. Na wat gepalaver beslissen we te blijven, de kamer krimpt en zonder avondeten naar bed, maar aan een 5de van de prijs. Daar schijnt de zon weer even van.


Eerst trotseren we de regen, maar noodgedwongen gaan we na het eten op zoek naar een overdekte activiteit. We vinden het “Hida Crafts Center” en besluiten te knutselen voor moederdag, moet ook nog kunnen als je 30 wordt/bent. Fanny waagt haar aan een lokale Sarubobo (Funny Monkey Baby Doll) en ik, gezien de rijke schrijnwerkers geschiedenis van Takayama en wat gering zaagsel in mijn bloed, aan het maken van houten eetstokjes. Gepersonaliseerd cadeau’tje, check!

1 opmerking:

Filip zei

Dan kijkt een mens na lang nog eens verveeld naar zijn Google circles, stoot men toch niet op een reisdagboek over een van zijn favoriete bestemmingen, zekers! Ik geniet super mee met jullie :-). Arigato voor de schrijfsels.