zondag 13 mei 2012

Japanalicious: Nagano; Scherpenheuvel en deux Alpes?!

Rust

Wel op het eerste zicht wel maar we zouden het te kort aan doen mochten we het daarbij laten. Misschien was het de deugddoende rust van de bergen na het drukke Tokyo, misschien het warme welkom van de vlotte en vlot engels sprekende gastvrouw van "Backpakkers 1166" of misschien was het het verblijven in de schaduw van de grote tempel maar Nagano bracht ons rust.

Geïmporteerd geloof


Dit verhaal begint zo’n 1500 jaar geleden toen de keizer van Japan reisde om te leren en in India het boedhisme ontdekte. De pater familia’s der jappen achtte het een goed geloof voor zijn onderdanen en besloot het, in de vorm van een beeld, te importeren. Na een lange reis nam de boedha zijn intrek in Nagano, wat toen nog gewoon een besneeuwde bergtop was. We zijn het er niet mee eens dat godsdiensten moeten worden geïmporteerd of opgelegd, maar het moet gezegd zijn het boedhisme heeft een meer dan behoorlijk palmares: Goden nul, Kruistochten nul, ... de keizer was een verstandig man.

Boeddha in een doos

Of het overbescherming was of een superieure marketingstategie weten we niet, maar de monniken besloten het beeld te verstoppen in een mooie doos diep in de tempel. Eens om de 6 jaar is er een groot feest en dan kan je een kopie, inderdaad een kopie, aanschouwen. In tussentijd zal je het met een paal moeten stellen die heilig is, omdat die lang genoeg aan de vinger van het origineel heeft gehangen. Toegegeven het creeërt een vorm van mystiek, van respect...

Hendel naar het paradijs

Achterin de tempel ligt de tunnel naar het paradijs. Er werd gevraagd stil te zijn en in geen enkel geval licht te onsteken. De pik donkere wandeling onder het altaar van de boeddha symboliseert doodgaan. Met je rechter hand tastend op de muur zoek je de weg en een gouden hendel die, eens overgehaald je naar het paradijs zou brengen. Het was een behoorlijk intense ervaring, maar voor het ultieme geluk moet men dan ook iets overhebben.


Koude noedels en warme mensen

We gaan op zoek naar een restaurant op aanraden van de gastvrouw. Zelfs in dorpen zo groot als Nagano is met een kaart iets vinden altijd wel een beetje spannend. Na veel twijfel gaan we een typisch japans zaakje binnen in de hoop dat het het juiste is. Fonetische westerse karakters vergelijken met japanse is namelijk onmogelijk, japanse met japanse een hele klus (“Staat daar nu een streepje onder dat manneke of niet? Welk manneke, dat is nen boom”). We gaan zitten aan een van de tafeltjes zonder poten, tenmidden van een typisch japans avondgezelschap van heren in kostums. We kiezen alweer op aanraden, soba ofte noedels. Vrijwel onmiddelijk worden ze opgediend... koud. Na wat proberen is het eerder volharden dan genieten. We nemen de menu op zoek naar iets warms om bij te bestellen en vinden onze voorgaande bestelling terug onder het menu “COLD”, “HOT” was er ook hoor maar lomp is ook vis. Tijd zat om iets te proberen, het is niet dat de noodels afkoelen. Helaas bieden ook de in soyasaus gekookte aardappelen weinig soelaas. Een dol enthousiast kereltje van een jaar of 4 stormt de zaak in, maar vind geen plaats voor hem en zijn ouders. We doen teken dat ze best naast ons mogen komen zitten, zoveel plaats neemt dat bazeke toch niet in. Ze weten wat bestellen en hun tapas van rauwe inktvis en bijhorende groentjes zien er heerlijk uit. Tot onze verbazing werkt vooral de kleinste van het gezelschap zich vlotjes door de entrees, met stokjes wel te verstaan. Tussen twee stukken vis door vraagt hij me of ik Pokémon ken. Aan mij om te hem verbazen denk ik: “Pikatchu”, antwoord ik. Het werkt voor zijn ouders, maar hij is allerminst onder de indruk dat dat de enige is die ik ken. Na een aangenaam warm gesprek beslissen we onze noodels te gaan laten verteren en nemen we afscheid. Het koppel vraagt het zoontje zijn naam te zeggen. Als een veer schiet hij recht en dreunt stokstijf, als een klein soldaatje (vermoedelijk), zijn naam en leeftijd af. Apart maar beleefd en gehoorzaam, het heeft iets Japans. De man geeft een vriendelijke knik en schud ons met beiden handen de hand. Het tafereel mag u “gewoon” gemoedelijk lijken, maar hier is die mate van openheid een heel zeldzaam iets. Japanners mogen beleefd, hofelijk en hulpvaardig zijn, hun gereserveerdheid staat warmte vaak in de weg. We gaan naar huis, moe, honger enigsinds gestild, maar een hele boel ervaringen rijker.

Geen opmerkingen: