woensdag 23 mei 2012

Japanalicious viert 1000+


Dames en Heren,
Compleet onverwacht en toch wel enigsinds geflateerd zijn wij blij en voornamelijk zeer trots te mogen aankondigen dat "Japanalicious" vanaf vandaag meer dan 1000 pageloads haalde. Omdat we niet gierig maar ook niet gesponserd zijn trachten we u een eerder bescheiden maar mogelijks toch sympathieke prijsvraag uit te rijken; "Wat zit er in onderstaand doosje ?"

Google me this baby


Antwoorden kan via Facebook, Google+ en/of Blogspot. Ook gele briefkaarten en postduiven worden aanvaard maar deelname via deze weg kan niet worden gegarandeerd. Prijs is de roem en iets en't wat japans, we vinden u wel wat.

Mvg,
Japanalicious

woensdag 16 mei 2012

Japanalicious: There was a ryokan in Takayama, the land of the rising sun...

Takayama

Het is stralend weer als we aankomen in Takayama. En daar zijn we blij mee, het weer wisselt hier van Engels druilerig naar Spaans terrasjesweer overnacht. Van wat hier te zien is, heb ik absoluut geen idee ons Fanny ongetwijfeld wel. De hoofdattractie is immers de overnachting niet de bestemming, een klassieke Japanse herberg of Ryokan. Als dat niet boedhistisch klinkt.

Het gaat stillaan beter om de weg te vinden, we leren eerder focussen op herkenningspunten dan op geschreven aanwijzingen. Je weet niet hoe afhankelijk je daar van bent tot ze je plots analfabeet maken.

Bij het aankomen in de Ryokan worden we uitvoerig begroet door een allerschattigst oud dametje. Ze dankt en buigt meermaals diep. We haasten onze schoenen uit om hetzelfde te kunnen doen. Zulk een begroetingsceremonie zou een paar dagen geleden nog zeer onwennig zijn geweest. Hoe goed de oudere generatie hier vaak ook te been is, je laat iemand zoveel ouder toch nooit voor je buigen en al zeker niet meermaals en/of zo diep. De afgelopen dagen leerden ons echter dat het een teken is van respect en vewelkoming, geen onderdanigheid. Subtiel, enigsinds geruststellend idee dat je dus maar beter beantwoord op dezelfde integere manier.

We worden naar onze kamer geleid. De dame vraagt of het onze eerste keer is, instemmend knikken we. “Ryo-chan, no hotel”, stelt ze plots indringend geaccentueerd met haar wijsvinger, “is experience”. Zoveel was ons in de lobby al duidelijk, onze verwachtingen groeien alsnog.

De kamer lijkt weggeplukt uit “The last samourai” of “memoires of a geisha”. Shuifdeuren, met tatami (Japanse traditionele mat) bekleede houten vloeren en de typische wanden van boter papier. De enige dingen in de kamer zijn 2 stoeltjes zonder poten, een laag tafeltje en ook een blijkbaar obligatoir, uit de jaren 60 ontsnapte, spuuglelijke westerse salon. Gelukkig kon je die makkelijk verstoppen, vermoedelijk ook niet toevallig.

Het hart van Takayama is een uit het Edo tijperk bewaarde buurt. Veel fantasie heb je hier niet nodig om vissers, smeden en samourai in en uit de kleine houten huisjes te zien wandelen. Jammer genoeg zijn deze heden ten dagen vervangen door toeristen op zoek naar souveniers. De mannen voelen het al komen; deze buurt is een Wijnegem winkel hel in een authentiek bewaarde kimono. Mezelf gelukkig prijzend dat ik hier normaal van gespaard blijf, gun ik Fanny haar shoppings spree.

Op zoek naar soepkommmen, takayama stof, inspiratie voor een rollenspel of een pitoreske foto schuimen we het zonovergoten stenen straatje af en vinden bonzai. Tot onze verbazing, en misschien ook wel een beetje teleurstelling, is dit het eerste dat we zien van deze anders toch wel typische Japanse kunst. De interesse moet overduidelijk zijn geweest, want de uitbaatster van de winkel, en vermoedelijke eigenares, komt ons lachend tegemoed en geeft aan haar te volgen. Op een met golfplaten afgezette binnenplaats staat haar trots. Zelfs met onze geringe kennis is het duidelijk, een van het 6tal is een ongelofelijk exemplaar. Evenwichtig, prachtig afgewerkt en volgens haar zo’n vlotte 700 jaar oud. Toen die nog een scheutje was, leefde deze buurt nog echt, het “pre Wijnegem era” zeg maar.

Zoals vastgelegd in de rechten van de man heeft ook dit vrouwelijk walhalla een drankvoorziening. We vinden een terrasje in de zon en besluiten een setje lokale sake te proberen. Dat is wel buiten de Amerikaanse dikke moef gerekend die zowaar al het personeel in beslag neemt en mij zo mijn welverdiend alcoholisch streekgerecht ontneemt, omdat ze hier wil reserveren om hida beef te komen eten. “I need to hear her say it’s fileeej monjo’n. Otherwise I’m going somewhere else”. Een heel schare meisjes schiet rond om mevrouw van de nodige antwoorden te kunnen voorzien. Eens een volk in mijn hart gesloten, word ik wat beschermend. Ik heb dan ook de grootste moeite haar niet op haar plaats te zetten: “Ten eerste is het “Filet Mignon”, ten tweede is hida beef waarschijnlijk het beste vlees dat gij ooit hebt gegeten, gij hamburger zwelgende cultuur barbaar. Ga naar de Mac Donalds, aan uw figuur te zien zijt ge daar wel tevreden over.” Jammer genoeg zijn Vlamingen zo niet en misschien had ik het wel moeten doen.

We gaan naar de ryokan voor het avondmaal dat wordt geserveerd op de kamer. Tientalle kleine potjes, schaaltjes en een fondue stelletje worden de kamer ingebracht. Gelukkig legt de in kimono gekleden vrouw geduldig, maar evenwel in het japans, uit hoe het allemaal moet worden gegeten. Waarschijnlijk is het het grootste culinaire avontuur uit ons leven. De meetste dingen zijn lekker, maar vrijwel allemaal onbekend. Het veiligste zijn de miso soep en de sashimi, de fluo groene glimwormen en mega escargot vragen iets meer durf, de ervaring is wel des te rijker.


Ryokans hebben gezamelijke badplaatsen soms, zoals hier, gebouwd op natuurlijke warm waterbronnen. Het is iets waar ik bij ons van gruwel, maar besluit de zogenaamde “onzen” een faire kans te geven. Enkel gehuld in een Yutaka trippelen we naar beneden. De hele procedure wordt ons stap voor stap uit de doeken gedaan. De wasbeurt bestaat uit 2 verschillende dampend hete baden. Voor, na en tussen hoor je te douchen. Badkledij en handdoeken zijn om hygiënische redenen niet toegelaten. De Japanse netheid maakt deze plaats aangenaam en compleet gerelaxt laten we ons weer wegdromen naar hoe het hier vroeger moet zijn geweest. Ik kan me het best inbeelden als surrogaat toog op het einde van de werkdag, alleen zou ik wel Asahi (lokale Ambev versie) toelaten, voor relaxerende redenen.

We worden gewekt door een stortbui zoals die alleen bestaan in Azië. In Japan duren die dan ook nog een hele dag. Vrolijk worden we daar niet van en bovendien ruilen we vandaag onze ryokan voor een iets economischer onderkomen. Of het zijn geld waard was, zeker! Of we het onmiddelijk terug zouden doen? Wel, is er volgende week plaats? Check out gebeurd bij de kleine oudere dame. Ze maakt het ons zeer duidelijk dat er ook vandaag nog (veel) plaats is als we zouden willen. Wij op onze beurt zijn niet minder duidelijk over ons budget. Na wat gepalaver beslissen we te blijven, de kamer krimpt en zonder avondeten naar bed, maar aan een 5de van de prijs. Daar schijnt de zon weer even van.


Eerst trotseren we de regen, maar noodgedwongen gaan we na het eten op zoek naar een overdekte activiteit. We vinden het “Hida Crafts Center” en besluiten te knutselen voor moederdag, moet ook nog kunnen als je 30 wordt/bent. Fanny waagt haar aan een lokale Sarubobo (Funny Monkey Baby Doll) en ik, gezien de rijke schrijnwerkers geschiedenis van Takayama en wat gering zaagsel in mijn bloed, aan het maken van houten eetstokjes. Gepersonaliseerd cadeau’tje, check!

dinsdag 15 mei 2012

Japanalicious: Nikko kermis en The Mythbusters

Ommetje Nikko

Voor Nikko zijn we letterlijk een eindje uit onze weg gegaan: Takayama, Nikko en Kyoto liggen niet bepaald in een rechte lijn zoals je kan zien, maar dat deden we met een goeie reden.



We reizen, natuurlijk per trein, van Takayama naar Utsonomiya zonder veel noemenswaardige incidenten, ja hier kan dat. Op perron 7 wacht een treintje, Harry Potter waardig: de “Nikko Herritage Railway”. Veel trager en minder luxueus dan het technologische hoogstandje “Shinkanzen” dat dit ommetje mogelijk maakte, maar compleet met goud bruine afwerking en stoomfluit. Het fantasietje wordt compleet bij aankomst in het oudste station van Japan met op de achtergrond de rode gloed van de ondergaande zon op de bergen.



Alweer feest

Mei brengt Japan dreigende regenwolken, maar dus ook volksfeesten en gezien het succes van het vorige (zie Sumo) kijken we naar deze met veel verwachting uit. 17 en 18 Mei zijn dan ook het Binkom Kermis van Nikko. Het effectieve programma is eerst moeilijk te achterhalen: geen flyers of aanwijzingen, toch zeker niet in het Engels.

Na 10 dagen brengt het eindeloos gepuzzel voor de simpelste dingen wat frustratie mee, gelukkig brengt oefening ook kunst en vakantie rust. Na wat gepalaver met onze gastvrouw en wat kansberekening, besluiten we 11 uur in de voormiddag. We komen aan midden in de voorbereidingen, wat al beter is dan een uur na de feiten (zie Gifu, nee geen link het was dan ook gedaan als we toekwamen). Een gesprek met een vriendelijke fietser en zijn vrouw leert ons dat het evenment van de dag “boogschieten te paard” is en geen “1000 warriors parade”zoals de gids aangaf en dat vanaf 13u. Ook zij kennen weinig engels, maar de paar woordjes zijn genoeg en het enthousiasme is onevenaarbaar.

Met 2 uur te doden gaan we op zoek naar ander vertier. In de rayon randanimatie voor de tempel vinden we een authentiek uitgedost meisje met dito entourage. Ze zet thee en deelt die met een ceremoniele elegantie uit aan haar bezoekers die de meeste prima ballerina’s doet verbleken tot kreupele dronken nijlpaarden. Ze blijkt een geisha leerlinge. Geisha’s of gezelschapdames worden in het westen al snel vergeleken met prostituees. Laat me je geruststellen of ontgoochelen; Een Geisha is evenveel een prostituee als uw tuinman of Belgacom aansluiter een pornomodel. Mocht u daar toevallig toch mee zijn gezegend, ik vermoed dat er in Brustem geen thee wordt uitgedeeld.

Wat spannend genoeg was voor een Mythbusters aflevering is dat zeker voor ons. Vooral lokale, maar ook minder lokale helden racen met paarden naar de tempel. Onderweg staan 3 doelen, zo’n 80 meter van elkaar. Het spel is zo simpel als de kunst complex: in volle vaart de 3 doelen raken met pijl en boog. Pittig detail: je hebt daar beide handen voor nodig waardoor je je paard met je knieëen bestuurt. We kunnen je vervelen met de historische uitleg, maar daar heb je google voor. Het volstaat te zeggen dat wat de jongens klaarspeelden je zelfs niet in een Hollywood film kan plakken, het zou simpelweg ongeloofwaardig zijn.
en hij zag dat het goed was...

Tosho-gu

Tosho-gu is een van de oudste tempels van Japan compleet met voorraadschuren, een waterhuis en zijtempels voor de “Crying dragon” en de “Sleeping cat”. “Crying dragon” bleek een foute vertaling voor “Screaming dragon”, maar achteraf gezien was dat misschien niet zo toevallig.

Sake
Ons kick ass 1300Y (zo’n 13€) combinatie ticket geeft ons recht op het tempeltje met die intrigerende naam dus besluiten we onze schoenen bij de overige 100 in het rek te schuiven. Ons bezoek begint achter het “altaar” met een vermoedelijk zeer complete en verhelderende uitleg, jammer genoeg enkel in het japans. Om te besluiten maakt de monnik een scherp geluid door 2 stokken op elkaar te slaan. De metalen kommen voor de boedha beelden achterin resoneren en maken een typisch zen geluid dat door de andere toeristen op veel aah’s en ooh’s wordt ontvangen. Het hek wordt geopend en onze kudde schuift door richting uitgang waar we, geïnspireerd door het net ervaren mirakel, van de overige monniken amuletten en belletjes kunnen kopen aan eerder religieuze dan democratische prijzen. We zijn niet onder de indruk, daar diende de les fysica dus voor, dank u mervouw Van Herck.

We besluiten verder te gaan, misschien is die “Sleeping cat” meer soeps. Een lange stenen trap brengt ons bij de “inner tempel” omringd door gigantische hardhout bomen. Je moet het ze geven: ze weten wel waar ze moeten gaan wonen. Op adem komend kijken we naar het enigsinds vertrouwde beeld tot het ons ineens duidelijk wordt: “Kunfu Panda!”. Sorry, maar een leeuw, een ooievaar én een schildpad? Aanklagen voor copyright die panda verzinners en u kan u tempel verven en borstellen zonder die pottekes kermis markt op het binnenplein. Voilà daar begint die boedha ook al van te lachen.



Bij het verlaten van de tempel lopen we pal op de voorbereiding van de samourai op het binnenplein. Morgen is dus toch de aangekondigde parade van de 1000 krijgers. Het gebeuren heeft iets, iets authentiek gezellig. In alle geval oneindig veel echter dan de tempel zelf. Bij deze dan toch weer blij.

Japanse kermis escargot variant

Dan toch reisadvies:

Of je naar Nikko moet komen? Als het niet de 17 of de 18 Mei is zouden we er niet voor uit onze weg gaan, anders nog een 2de keer ook. Mocht je gaan: kermis of niet, sla de tempel over. Er zijn er veel mooiere in Japan zonder alle commerciële miserie.

zondag 13 mei 2012

Japanalicious: Nagano; Scherpenheuvel en deux Alpes?!

Rust

Wel op het eerste zicht wel maar we zouden het te kort aan doen mochten we het daarbij laten. Misschien was het de deugddoende rust van de bergen na het drukke Tokyo, misschien het warme welkom van de vlotte en vlot engels sprekende gastvrouw van "Backpakkers 1166" of misschien was het het verblijven in de schaduw van de grote tempel maar Nagano bracht ons rust.

Geïmporteerd geloof


Dit verhaal begint zo’n 1500 jaar geleden toen de keizer van Japan reisde om te leren en in India het boedhisme ontdekte. De pater familia’s der jappen achtte het een goed geloof voor zijn onderdanen en besloot het, in de vorm van een beeld, te importeren. Na een lange reis nam de boedha zijn intrek in Nagano, wat toen nog gewoon een besneeuwde bergtop was. We zijn het er niet mee eens dat godsdiensten moeten worden geïmporteerd of opgelegd, maar het moet gezegd zijn het boedhisme heeft een meer dan behoorlijk palmares: Goden nul, Kruistochten nul, ... de keizer was een verstandig man.

Boeddha in een doos

Of het overbescherming was of een superieure marketingstategie weten we niet, maar de monniken besloten het beeld te verstoppen in een mooie doos diep in de tempel. Eens om de 6 jaar is er een groot feest en dan kan je een kopie, inderdaad een kopie, aanschouwen. In tussentijd zal je het met een paal moeten stellen die heilig is, omdat die lang genoeg aan de vinger van het origineel heeft gehangen. Toegegeven het creeërt een vorm van mystiek, van respect...

Hendel naar het paradijs

Achterin de tempel ligt de tunnel naar het paradijs. Er werd gevraagd stil te zijn en in geen enkel geval licht te onsteken. De pik donkere wandeling onder het altaar van de boeddha symboliseert doodgaan. Met je rechter hand tastend op de muur zoek je de weg en een gouden hendel die, eens overgehaald je naar het paradijs zou brengen. Het was een behoorlijk intense ervaring, maar voor het ultieme geluk moet men dan ook iets overhebben.


Koude noedels en warme mensen

We gaan op zoek naar een restaurant op aanraden van de gastvrouw. Zelfs in dorpen zo groot als Nagano is met een kaart iets vinden altijd wel een beetje spannend. Na veel twijfel gaan we een typisch japans zaakje binnen in de hoop dat het het juiste is. Fonetische westerse karakters vergelijken met japanse is namelijk onmogelijk, japanse met japanse een hele klus (“Staat daar nu een streepje onder dat manneke of niet? Welk manneke, dat is nen boom”). We gaan zitten aan een van de tafeltjes zonder poten, tenmidden van een typisch japans avondgezelschap van heren in kostums. We kiezen alweer op aanraden, soba ofte noedels. Vrijwel onmiddelijk worden ze opgediend... koud. Na wat proberen is het eerder volharden dan genieten. We nemen de menu op zoek naar iets warms om bij te bestellen en vinden onze voorgaande bestelling terug onder het menu “COLD”, “HOT” was er ook hoor maar lomp is ook vis. Tijd zat om iets te proberen, het is niet dat de noodels afkoelen. Helaas bieden ook de in soyasaus gekookte aardappelen weinig soelaas. Een dol enthousiast kereltje van een jaar of 4 stormt de zaak in, maar vind geen plaats voor hem en zijn ouders. We doen teken dat ze best naast ons mogen komen zitten, zoveel plaats neemt dat bazeke toch niet in. Ze weten wat bestellen en hun tapas van rauwe inktvis en bijhorende groentjes zien er heerlijk uit. Tot onze verbazing werkt vooral de kleinste van het gezelschap zich vlotjes door de entrees, met stokjes wel te verstaan. Tussen twee stukken vis door vraagt hij me of ik Pokémon ken. Aan mij om te hem verbazen denk ik: “Pikatchu”, antwoord ik. Het werkt voor zijn ouders, maar hij is allerminst onder de indruk dat dat de enige is die ik ken. Na een aangenaam warm gesprek beslissen we onze noodels te gaan laten verteren en nemen we afscheid. Het koppel vraagt het zoontje zijn naam te zeggen. Als een veer schiet hij recht en dreunt stokstijf, als een klein soldaatje (vermoedelijk), zijn naam en leeftijd af. Apart maar beleefd en gehoorzaam, het heeft iets Japans. De man geeft een vriendelijke knik en schud ons met beiden handen de hand. Het tafereel mag u “gewoon” gemoedelijk lijken, maar hier is die mate van openheid een heel zeldzaam iets. Japanners mogen beleefd, hofelijk en hulpvaardig zijn, hun gereserveerdheid staat warmte vaak in de weg. We gaan naar huis, moe, honger enigsinds gestild, maar een hele boel ervaringen rijker.

vrijdag 11 mei 2012

Japanalicious dag 5: Shiiiiiiinkaaaaanz’n!!!!!!

Leaving Tokyo

Bij ons voorlopig laatste ontbijt in Tokyo vullen we de papieren in van de Japan Rail Pass waarmee we de komende 2 weken gaan reizen. De jazz op de achtergrond in de koffiebar versterkt een onontkenbaar gevoel van ‘afscheid’. Tokyo is apart en op veel vlakken gesloten maar krijgt je op een paar dagen compleet gecharmeerd. De metropool flirt met New York, vecht voor oude waarden en traditie en wil toch high tech & nieuw zijn. Alsof naar alle fases van een mensenleven ineens wordt gestreefd.

We nemen de shinkanzen, de japanse hoge snelheidstrein. Het station is de plaats waar de verschillen tussen west en noord-oost extra hard in de verf worden gezet. Het openbaar vervoer in deze miljoenenstad (10mil) is de hartslag van de samenleving. De hordes kleine mensen die als gedrilde automatons, tokkelent op hun smartphone naar hun bestemming stromen zijn hoffelijk, precies en proper. We kunnen het niet helpen te denken dat we in hun ogen, vuil, lomp en grof moeten zijn. Dromend van een wereldburger status denken we stil; “Als dat de waarden en normen zijn waar we een samenleving aan meten, dan zijn we niet eerste...”

We wisselen de “Japan Rail Pass”, het is een aziatisch ambachtelijk gebeuren met veel en mooi papier en nog meer stempels in zwart en rood. Het is een misvatting dat alles hier high tech is. Tablets, smartphones en flinterdunne televisies zijn er bij de vleet, maar vele dingen zoals een abonnement zijn gewoon een fancy stuk karton*. Als je hem kwijt bent, ben je hem dan ook kwijt maakt de vriendelijke jufrouw aan de kassa ons duidelijk.

We komen aan in Nagano. Op het eerste zicht een typisch ski oord; hotels, kabellift, berg met sneeuw... Apres-skibar iemand ?

Schoenen uit bij het binnenkomen; voetnoten van Greg

Of ik fan kan worden van het openbaar vervoer? Files (met wagens) heb ik nog niet gezien, en we kunnen zonder. Wel misschien moeten de nmbs en de lijn hier op studiereis komen. Of is sociaal in België enkel een geld herverdeling van de werkende middenklasse naar financiële instellingen en de minder werkwillige?

* Stations camera, gezichtsherkenning en cross match met de foto die u aan de luchthaven nam... et voila dacht de techie in mij. Ze zouden het lusten als zoete koek. Internationaal projectje droom ik dan...